Afbeelding
.

Digitaal in gesprek over Voerman Museum

· leestijd 1 minuut Algemeen

HATTEM- Hoe gaat het nu binnen de muren van het Voerman Museum Hattem? Met die vraag gingen namens CDA Hattem Harry Kremer (raadslid) en Sigrid Mulder (steunfractielid) digitaal in gesprek met Daphne Maas, directeur van het museum.

De positieve Daphne Maas blijft ook bij de huidige omstandigheden mogelijkheden zien. “Zo zijn er de afgelopen maanden klussen opgepakt die anders zouden zijn blijven liggen. Denk daarbij aan een schuurbeurt van de vloer, stucwerkzaamheden en het onder handen nemen van de kelder.

Daarnaast zijn er twee nieuwe tentoonstellingen zo goed als af. De eerste is Tour d’Europe, waarbij de bezoeker wordt geleid langs de ideaalsteden uit de late Middeleeuwen. Hattem speelt hierin uiteraard een prominente rol. De tweede tentoonstelling is een eerbetoon aan wijlen René Kinket. Kunstenaar René Kinket overleed plotseling in mei 2020. Tot die tijd was hij niet alleen vaak te vinden in het Voermankoepeltje, maar ook toegewijd vrijwilliger in het Voerman Stadsmuseum Hattem. Een overzicht van zijn oeuvre wordt tentoongesteld tot en met 31 mei 2021.”

Raadslid Harry Kremer wilde weten of het museum zich financieel kan redden in deze tijd. Maas gaf aan dat de gemeente Hattem op positieve wijze heeft meegewerkt aan het verlagen van de financiële verplichtingen. “Daarnaast zijn er ook succesvol fondsen aangeschreven om bepaalde investeringen door te kunnen laten. Maar het allermooist zou volgens Maas zijn als het museum weer opengaat. Ook voor de vrijwilligers. De ervaring van de heropening na de vorige lockdown was dat de tijdsblokken goed gevuld werden en het systeem naar behoren werkte. Dus ook deze heropening wordt met vertrouwen tegemoet gezien.

Blijft er nog een wens voor Daphne Maas over: de verdere professionalisering van het museum. Maas: “We zijn niet zomaar een ‘klein museum’, we beschikken over een unieke collectie van geschiedkundige en archeologische vondsten uit Hattem en werken van Jan Voerman sr. en jr. Daar kan en mag meer waardering voor komen. Een verdere professionalisering, in de zin van betaalde krachten, van het kernteam kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren.”