Afbeelding
.

“Juist in deze tijd moeten we creatief blijven”

· leestijd 1 minuut Algemeen

HATTEM- Herman Weelink is dirigent van de Andreas Cantorij en docent bij het Nationaal Jongenskoor. Hij is tevens muziekdocent aan de Pabo van Windesheim en gaf 18 jaar les aan leerlingen van het Greijdanus. “Ik leer toekomstige leerkrachten hoe ze muziekonderwijs kunnen geven”. 

Herman zijn passie is muziek en zingen in het bijzonder. “Mijn motivatie is: Hoe krijgen we mensen aan het muziek maken? En dan bedoel ik niet alleen kwaliteit, maar vooral bezieling. Door de coronamaatregelen mogen wij, en dus ook kinderen, niet meer zingen terwijl het zo goed is in deze tijd. Zingen is niet alleen vermaak, maar ook een middel om je beter te voelen. Het geeft hoop en liefde. Daniël Lohues zingt daarover in het prachtige lied: Als de liefde maar blijft winnen. Daarin staan de volgende regels en die raken mij echt:

Zolang de kinderen blijven zingen
En alles gaat zoals het moet
En als liefde maar blijft winnen
Komt het allemaal wel goed
.

Elke dag zingen
Leerkrachten zouden de mogelijkheid moeten hebben kinderen te laten zingen. Dat is nu lastig en dat is jammer, want zingen draagt juist bij aan de geestelijke gezondheid”. Herman zingt zelf elke dag. “Normaal sta ik voor groepen, maar nu zit ik achter de laptop. Dat is heel wat anders. Ik heb daarom besloten dat ik elke ochtend een kwartier zing. En als de buren dat horen, nou dan vinden ze daar maar wat van”.

Muziek met wasknijpers

Omdat zingen in groepen nu niet mogelijk is, gaan docenten op zoek naar alternatieve werkvormen. Herman is daar een groot voorstander van. “Tijdens de vorige lockdown, toen ik nog werkte op het Greijdanus, hebben leerlingen composities gemaakt met allerlei voorwerpen die ze in huis konden vinden. Er was een leerling die de geluiden van wasknijpers, een waterkoker en andere voorwerpen had opgenomen en dat ritmisch en melodisch achter elkaar had gemonteerd. In deze tijd moet je juist creatief blijven. Niet afwachtend thuis zitten, maar zoeken naar manieren om muziek te maken”.

Jezelf laten zien

“Binnen het muziekonderwijs in Nederland is er een soort idee dat als je een instrument bespeelt, nou dan ben je goed, dan ben je muzikaal. Dat is onzin. Muziek is wat ín je is. Het is jezelf naar buiten brengen. Als je kan lachen en huilen, dan kan je ook zingen. Door muziek kan je jezelf laten zien. Muziek is klank en toon. Klinken is jezelf tonen. We hebben, juist in deze tijd, allemaal behoefte om gezien te worden. Het geeft hoop en als je muziek maakt draagt het bij aan verandering”.

Herman Weelink zijn passie is dus mensen aan het zingen krijgen. “Ik heb met groepen mensen gezongen in onder andere café Daentje en kijk er enorm naar uit om weer samen te zingen. Als de coronabeperkingen het toelaten, nodig ik alle Hattemers uit om samen met mij canons te zingen in de uiterwaarden. Ik heb daar nu al zin in. Het is fijn om plannen te maken, te hopen op de toekomst, want dat geeft nieuwe energie”.